Waarop zijn de nieuwe discontovoeten gebaseerd? Blijft er ruimte voor het toepassen van project- of sectorspecifieke bèta’s bij de risico-opslag?
De discontovoet van 2,25 procent is de optelsom van een risicovrij deel van min 1 procent en een risicopremie van 3,25 procent. Deze risicopremie geldt voor een gemiddelde situatie. Voor bepaalde kosten en baten is de risicopremie hoger of lager. Daardoor is de discontovoet voor deze kosten en baten ook hoger of lager. Zie voor meer informatie het rapport van de Werkgroep discontovoet 2020.
Het toepassen van specifieke bèta’s voor bepaalde soorten of baten past in de methodiek achter het advies van de Werkgroep discontovoet, maar dient in de praktijk te worden vermeden omdat het bepalen van en passende bèta te complex is.
Bij volledig risicovrije baten of kosten kan een discontovoet van min 1 procent worden toegepast, onder de voorwaarde dat stevig wordt onderbouwd dat deze kosten of baten echt volledig risicovrij zijn. Dat is in de praktijk niet eenvoudig. Bovendien mag een negatieve discontovoet niet worden gecombineerd met een tijdshorizon van meer dan honderd jaar. Als de tijdshorizon langer is, moet een positieve discontovoet worden toegepast.